Stoornissen in de taal kunnen ontstaan tijdens de
ontwikkeling, maar ook op latere leeftijd. Er zijn
dus de zogenaamde taalontwikkelingsstoornissen en de
verworven stoornissen. Deze laatste kunnen ontstaan
na een hersenbloeding- of infarct, een trauma of een
neurologische ziekte.
Onderzoek en behandeling van taalstoornissen wordt
vergoed door de ziektenkostenverzekeraar na
verwijzing door de huisarts of een medisch
specialist.
Vertraagde taalontwikkeling
Men spreekt van een vertraagde taalontwikkeling
wanneer een jong kind in zijn taal duidelijk
achterblijft bij leeftijdgenootjes. Het kind spreekt
(nog) niet of opvallend minder; het spreekt in
onvolledige, kromme zinnen; het spreken is minder
goed verstaanbaar en soms begrijpt het kind niet
goed wat er gezegd wordt.
Een vertraagde taalontwikkeling kan samenhangen met
andere stoornissen zoals slechthorendheid of een
algehele achterstand. Maar het komt ook voor dat het
kind slecht spreekt zonder dat er een duidelijke
oorzaak voor gevonden wordt.
Een vertraging in de taalontwikkeling geeft
problemen: het kind wordt door de omgeving niet
begrepen en het kan zich niet goed uiten. Dit kan
tot gedragsproblemen leiden: het kind wordt
opstandig en driftig als het niet begrepen wordt of
het gaat zich juist steeds meer terugtrekken. Ook
het leren op school kan moeizamer verlopen.
Wat doet de logopedist?
De logopedist onderzoekt uitgebreid de taal van het
kind. Daarbij wordt ondermeer gebruik gemaakt van
gestandaardiseerde testen. Verder onderzoek en
eventueel behandeling door een kinderarts of
kno-arts kan nodig zijn. De logopedische behandeling
is indirect en/of direct. Bij een indirecte therapie
instrueert en begeleidt de logopedist de ouders of
verzorgers in de manier waarop ze het kind tot
spreken kunnen stimuleren. Bij de directe
logopedische behandeling staat de wisselwerking
tussen kind en logopedist centraal.
De logopedist traint het taalbegrip en verbetert het
luistergedrag; er wordt gewerkt aan de woordenschat,
de zinsbouw en eventueel de uitspraak. Bij kinderen
die nog niet of nauwelijks spreken krijgen de
voorwaarden om tot spreken te komen aandacht: het
gebruiken van taal voor een bepaald doel, het
imiteren van een ander, het oogcontact, het nemen
van beurten. De ouders of verzorgers worden zoveel
mogelijk bij de behandeling betrokken.
In de therapie wordt rekening gehouden met de totale
ontwikkeling van het kind, de eventuele bijkomende
problemen en de mogelijkheden in de omgeving van het
kind. Het resultaat van de behandeling hangt onder
andere af van de oorzaak van de vertraagde
ontwikkeling. In het algemeen geldt dat een
vertraagde taalontwikkeling goed te behandelen is,
zeker als de problemen al op jonge leeftijd
onderkend worden.
Dysfatische ontwikkeling
Een dysfatische ontwikkeling is een neurologische
spraaktaalontwikkelingsstoornis waarbij het kind
meestal veel meer begrijpt van wat anderen zeggen
dan het zelf kan zeggen. Er is daarbij per kind
verschil in de ernst van de stoornis en het beeld
hangt ook af van de leeftijd. Een dysfatische
ontwikkeling komt betrekkelijk vaak voor, ook de
ernstige vormen zijn niet zeldzaam.
Er is sprake van een dysfatische ontwikkeling
wanneer het begrip van het gesprokene duidelijk
hoger van niveau is dan de eigen taalexpressie. Het
voeren van een gesprekje (dialoogspraak) is
moeilijker dan spontaan spreken door 'op-commando'
problemen. Het vertellen kan zeer moeizaam verlopen
door woordvindingsproblemen en de grote moeite om
losse elementen uit een verhaal met elkaar te
verbinden. Er zijn vaak problemen in de zinsbouw en
woordvorming (meervoud, verleden tijd, enz.).
Naast de dysfatische ontwikkeling komen vaak
complexe motorische problemen voor, met name
verschillende vormen van dyspraxie. In de praktijk
kan dit bijvoorbeeld betekenen: problemen met leren
fietsen, aan- en uitkleden, met een lepel eten,
tanden poetsen, haren kammen, knippen en schrijven,
maar ook slecht verstaanbaar spreken. Beelden met
een dyspraxie zijn meestal ernstiger.
Doordat het kind meer begrijpt dat het kan zeggen,
kan het zijn gevoelens niet goed uiten. Hierdoor
kunnen gedragsproblemen ontstaan. Het kan zelfs zo
zijn dat de omgeving onvoldoende inzicht heeft in de
problematiek waardoor een kind ondergestimuleerd
wordt. Dysfatische ontwikkeling komt zowel bij een
lage als een hoge intelligentie voor. Wanneer een
kind dus gemiddeld of bovengemiddeld intelligent is,
maar het uit zich niet op die manier, dan kan de
omgeving het kind ‘te laag’ aan gaan spreken
waardoor de verstandelijke ontwikkeling geremd
wordt.
Dysfatische ontwikkeling komt ook voor bij kinderen
met het syndroom van Down.
Wat doet de logopedist?
De logopedist onderzoekt het taalniveau en probeert
hierbij in te spelen op de problemen die het kind
ondervindt. Wanneer er een groot verschil is tussen
het taalbegrip en de –productie, is er kans op een
dysfatische ontwikkeling. Als zich naast de
taalproblemen ook motorische problemen of
gedragsproblemen voordoen, dan is het raadzaam om
het kind ook door de ergotherapeut of psycholoog te
laten onderzoeken / behandelen. Vroege herkenning en
behandeling zijn ontzettend belangrijk omdat jonge
kinderen het meest profiteren van therapie.
Daarnaast is dat van belang om secundaire leer- en
gedragsproblemen te voorkomen.
Kinderen kunnen individueel en in groepsverband
worden behandeld. Wij werken o.a. volgens de methode
van Tan-Söderbergh. De logopedische behandeling
richt zich op de verbetering van de
spraak-taalvaardigheid en eventueel de visuele
ondersteuning van het lezen en spellen.
Meertaligheid bij kinderen
Men spreekt van twee- of meertaligheid wanneer
kinderen tijdens hun ontwikkeling in aanraking komen
met meer dan één taal. Het gaat hierbij om kinderen
van ouders met verschillende moedertalen, die vanaf
de geboorte tweetalig worden opgevoed. Daarnaast
gaat het om kinderen van anderstalige ouders die
thuis hun moedertaal leren en in kindercentra of op
school het Nederlands als tweede taal.
Meertalige kinderen kunnen een spraak- en
taalachterstand hebben in het Nederlands. Wanneer er
een stoornis of achterstand is in de eerste taal,
zal ook de tweede taalontwikkeling verstoord
verlopen. Tengevolge van een wisselend, gebrekkig of
onvoldoende taalaanbod in een bepaalde taal is de
meertalige ontwikkeling soms een moeilijk proces.
Een taalachterstand resulteert vaak in een
leerachterstand waardoor de schoolcarrière van deze
kinderen gevaar loopt. Immers alle lessen worden
aangeboden in taal.
Ook de uitspraak kan problemen geven, waardoor een
kind moeilijk verstaanbaar is voor anderen. Dit kan
resulteren in angst om te spreken en sociale
isolatie.
Vroegtijdige onderkenning van de taalproblemen in de
voor- en vroegschoolse periode en begeleiding van de
kinderen en hun ouders, bevordert de
taalontwikkeling en verbetert de kansen van deze
kinderen.
Wat doet de logopedist?
Indien er sprake is van een spraak- en taalstoornis,
is er logopedische begeleiding nodig. Deze
begeleiding richt zich op communicatieproblemen en
verstaanbaarheid in het Nederlands en de moedertaal.
Voor dit laatste is samenwerking met de omgeving
vereist. De hulp van een tolk wordt ingeroepen als
dit nodig is om goed te communiceren met de omgeving
van het meertalige kind.
Logopedisten kunnen een bijdrage leveren aan de
preventie en bestrijding van spraak- en
taalontwikkelingsachterstanden bij meertalige
kinderen tot 12 jaar. Bijvoorbeeld door:
- deskundigheidsbevordering van kinderleid(st)ers /
leerkrachten
- deskundigheidsbevordering van
consultatiebureau-artsen en wijkverpleegkundigen
- bevordering van de deelname van meertalige
kinderen aan voorschoolse voorzieningen
- het bevorderen van het gebruik van
taalactiveringsprogramma’s in deze voorzieningen
- afstemming tussen kindercentra en basisscholen
- het begeleiden en voorlichten van ouders
- stimulering en ontwikkeling van taalbeleid in het
(speciaal) basisonderwijs
Afasie
Afasie is een taalstoornis die ontstaat door een
hersenletsel in de linker hersenhelft. Dit
hersenletsel wordt meestal veroorzaakt door een
beroerte (CVA), maar kan ook ontstaan door een
hersentumor, een ongeval of een andere aandoening in
de hersenen. Afasie komt hierdoor meestal voor bij
oudere mensen, maar ook bij jongeren kan
hersenletsel ontstaan met afasie als gevolg.
Verbetering van de taalproblemen treedt op in de
eerste drie tot zes maanden van het herstel.
Mensen met een afasie kunnen problemen hebben met
het begrijpen van gesproken taal en of/het spreken,
het lezen en het schrijven. Er zijn verschillende
soorten afasie, afhankelijk van de ernst en
combinatie van verschijnselen. Iemand met afasie
begrijpt niet altijd precies wat er tegen hem gezegd
wordt, hij vangt bijvoorbeeld alleen trefwoorden op
tijdens een gesprek en bedenkt zelf het verband
hiertussen. Vooral bij ingewikkelde zinnen levert
dit misverstanden op.
Het spreken kan daarbij ook gestoord zijn. Patiënten
hebben vaak woordvindingsproblemen, en regelmatig
komt het voor dat een afasiepatiënt een ander woord
zegt dan hij bedoelt. Ook kan hij moeite hebben met
het maken van zinnen. Door deze stoornissen kan het
voor de omgeving moeilijk zijn hem te begrijpen.
Zowel problemen met het begrijpen als het uiten van
taal geven stoornissen in de communicatie.
Naast het spreken en begrijpen kunnen er problemen
zijn met het lezen en schrijven. Het lezen van een
boek of het volgen van een ondertiteling op de
televisie is vaak moeilijk en soms onmogelijk.
Problemen met schrijven maken het bijvoorbeeld
moeilijk om boodschappen te noteren bij het
telefoneren. Voor meer informatie over afasie, zie
www.afasie.nl.
Wat doet de logopedist?
De logopedist neemt eerst een onderzoek betreffende
de taal en/of de communicatie af. De resultaten
worden zowel met de patiënt als de directe omgeving
van de patiënt besproken. De logopedist geeft
voorlichting en adviezen aan familie en omgeving.
De behandeling is gericht op de individuele
problematiek. Vaak worden er oefeningen gedaan om
het begrijpen, spreken, lezen en schrijven te
verbeteren. Ook wordt de patiënt en de directe
omgeving geleerd hoe zij op een andere manier dan
vroeger met elkaar kunnen communiceren. Wanneer
blijkt dat een communicatiehulpmiddel zinvol is zal
de logopedist hierover adviseren en begeleiding
bieden. Het resultaat van de behandeling is
afhankelijk van vele factoren en is daarom moeilijk
voorspelbaar.
<< Klik hier om terug te
gaan naar het overzicht van de andere stoornissen
|